Opslag van gasflessen en verpakte gevaarlijke stoffen
Richtlijn voor opslag en tijdelijke opslag met betrekking tot brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid.
In deze publicatie zijn de regels opgenomen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen waarmee een aanvaardbaar
beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de bepaling van het vereiste beschermingsniveau is
uitgegaan van de huidige stand der techniek die geldt voor de bouwkundige uitvoering van opslagvoorzieningen,
brandbestrijdingssystemen en arbeidsmiddelen.
In december 2011 is een nieuwe versie van PGS 15 verschenen. Dit was een gedeeltelijke actualisatie waarbij de PGS op
de meest urgente punten is aangepast (o.a. het integreren van alle errata). Bovendien is er een nieuw hoofdstuk aan toegevoegd:
‘Voorzieningen voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen’.
De PGS 15 uit 2005 was een herziening en samenvoeging van CPR 15-1 t/m 15-3 waarmee invulling is gegeven aan het voornemen
van de rijksoverheid regelgeving te herijken en tegenstrijdige regelgeving te voorkomen.
In de richtlijn is hoofdstuk – 6 – opgenomen welke betrekking heeft op, opslag van gasflessen conform PGS 15.
De richtlijn, voor opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS15, heeft een apart hoofdstuk gewijd aan de opslag van gasflessen.
Het belang van een veilige opslag van gasflessen is jarenlang onderschat en daarnaast bestond er geen duidelijkheid omtrent de
opslag onder de vorige richtlijn, de CPR15.
De PGS 15 richtlijnen voor de opslag van gasflessen hebben betrekking op hoeveelheden vanaf 125 liter en zijn van toepassing op
diverse hervulbare verpakkingen ( drukhouders ) van klasse 2 van het ADR. Het betreft gasflessen, gasflessenbatterijen, LPG heftrucktanks
en gesloten cryohouders welke tot het vervoer zijn toegelaten. Gasflessen ( drukhouders ), zowel volle als lege flessen, met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125 ltr. dienen in een speciaal daarvoor bestemde opslagvoorziening worden opgeslagen. Uitzonderingen hierop
vormen werkvoorraden, gasflessen geplaatst op een laskar / lasmachine en gasflessen aangesloten op een verzamelleiding ( distributie-installatie ).