EN-ISO 3834 laskwaliteitssysteem
Het eenduidig vastleggen van kwaliteitseisen voor gelaste delen is van groot belang. Dit geldt niet alleen voor de eindfase, maar omvat het gehele traject, van ontwerp tot en met de einddocumentatie. Om dit gestructureerd aan te pakken is er de EN-ISO 3824, een internationaal erkend kwaliteitssysteem voor het lassen.
Een laskwaliteitssysteem op basis van de EN-ISO 3834 wordt gecertificeerd op basis van een documentbeoordeling en een audit. Vrijwel altijd kiest men voor niveau 3834-2 omdat dit het meest uitgebreid is. Een documentbeoordeling omvat het lashandboek en de procedures/instructies die de werkwijze bij het betreffende bedrijf of instelling weergeven. Indien in het handboek aan de gestelde eisen is voldaan, vindt er een bedrijfsbezoek plaats waarbij de implementatie van het systeem wordt gecontroleerd. De verantwoordelijke lascoördinator speelt een belangrijke rol binnen het systeem, tijdens de audit wordt onder meer zijn kennis en specifieke ervaring getoetst.
Een EN-ISO 3834 certificaat is vijf jaar geldig, mits er tijdens de jaarlijkse controleaudits geen belangrijke afwijkingen worden geconstadeerd.
De norm EN 1090-2 vereist niet dat het 3834 systeem gecertificeerd is, maar het uitvoerende bedrijf moet wel kunnen aantonen dat aan het niveau van de EN-ISO 3834 wordt voldaan.
Inmiddels eisen diverse opdrachtgevers van hun toeleveranciers dat zij volgens een gecertificeerd
3834 systeem werken. Certificatie wordt dan ook sterk aanbevolen.
De lascoordinator.
De EN 1090 stelt duidelijke eisen aan de functie van de lascoördinator. De verplichting voor het hebben van een lascoördinator geldt voor de uitvoeringsklasse EXC 2, 3 en 4. De taken en verantwoordelijkheden van de lascoördinator zijn vastgelegd in het EN-ISO 14731. Deze taken en verantwoordelijkheden strekken zich uit over het gehele gebied van de productie, van voorbereiding, coördinatie en bewaking tot keuring en controle. De werkzaamheden van de lascoördinator omvatten dus meer dan het verzorgen van de juiste lasmethode- en laskwalificaties. Het enorme takenpakket dat de lascoördinator moet beheersen, moet worden vastgelegd in een taakomschrijving en in het kwaliteitssysteem. Ook moet zijn gespecificeerd hoe om te gaan met de bevoegdheden, en tot welk niveau de lascoördinator namens het bedrijf mag handelen, b.v. bij het uitvoeren van toezicht op lasmethodekwalificaties, afname van het laswerk en het accorderen van lasrapporten. Een formele aanstelling als lascoördinator is dan ook een essentiele voorwaarde voor het goedfunctioneren van het lasbedrijf. De bevoegde coördinatoren worden ingedeeld in drie catogorieen op basis van het technische kennisniveau, namelijk B ( Basic, basiskennis), S ( Specifieke kennis ) en C ( Comprehensive, uitgebreide kennis ).
De EN-ISO 14731 doet aanbevelingen voor het opleiden van lascoördinatoren, dit zijn de opleidingen voor lasspecialist, middelbaar lastechnicus en laspraktijkingenieur. Deze opleidingen zijn internationaal erkend en worden daarom ook aangeduid als international Welding Specialist ( IWS ), – Technologist ( IWT) en – Engineer ( IWE ). Daarnaast zijn er lascoördinatorencursussen, specifiek voor bedrijven die EXC 2 produceren in de kleinere materiaaldiktes. Deze opleidingen zijn voornamelijk bedoeld voor mensen die al een vergelijkbaar functie in het bedrijfsleven vervullen, maar niet over de vereiste papieren beschikken. Dit personeel heeft behoefte aan een formele erkenning van hun kennis en ervaring als ( verantwoordelijk ) lascoördinator, op het niveau B of S.
De norm in Europees verband.
De EN 1090-1 is de invulling van de Europese Richtlijn Bouwproducten (CPD) voor de constructieve staal- en aluminium onderdelen. Het idee van de CPD is dat alle bouwproducten van een CE-markering worden voorzien. Het uitgangspunt is dat een product in alle landen geaccepteerd moet worden als het aan de Europese normen voldoet. Lidstaten mogen niet meer hun eigen eisen stellen aan producten en bedrijven. Onder de CPD vallen naast de EN 1090-1 nog 581 andere normen, zoals de EN 10025 voor staalproducten en de EN 13479 voor lastoevoegmaterialen. Een van de meest belangrijkste onderdelen in het proces van de CE-markering is het fabrieksproductiebeheersingssysteem (FPC). Hier zien bedrijven vaak tegenop.
De CPR (Verordening Bouwproducten) verving op 1 juli 2013 de CPD ( Richtlijn Bouwproducten). De CPR is een Europese wet die zonder tussenkomst van nationale regelgeving direct in heel Europa van toepassing is.
Laskwaliteitssysteem volgens EN-ISO 3834
Het systeem volgens de norm 3834 kent drie niveaus.
deel 1 van de norm, EN-ISO 3834-1 geeft richtlijnen voor de keuze van het niveau en
de onderwerpen die per niveau van toepassing zijn.
De EN 1090-2 maakt een koppeling tussen de drie niveaus in de EN-ISO 3834 en de
uitvoeringsklassen.
deel van de norm | omschrijving | uitvoeringsklasse volgens EN 1090-2 |
EN-ISO 3834-1 | Algemeen deel | |
EN-ISO 3834-2 | Uitgebreide kwaliteiteisen | EXC 3 en EXC 4 |
EN-ISO 3834-3 | Standaard kwaliteiteisen | EXC 2 |
EN-ISO 3834-4 | Elementaire kwaliteitseisen | EXC 1 |
bron; Lastechniek december 2012